Overbruggingsdelen zouden een bovenliggend object moeten hebben

De BGT bevat het objecttype overbruggingsdeel. Het doel van een overbruggingsdeel is dat je erover heen kunt lopen, fietsen, rijden, etc.

Kwaliteitssignaal nr. 13

Een overbruggingsdeel op niveau 1 (en hoger) zou in de regel voorzien moeten zijn van een bovenliggend object (WGD, OWG, BTD, OTD). Bij de gesignaleerde objecten is dit niet het geval. Overbruggingsdelen die niet aan wegdelen op niveau 0 grenzen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Deze signaalindicator is te vinden in de BGT Kwaliteitsrapportage

Wat wordt er gerapporteerd?

Een overbruggingsdeel zou in de regel voorzien moeten zijn van een bovenliggend object. Dit geldt voor de overbruggingsdelen waar een WGD, OWG, BTD, OTD aan grenst (bv een voetpad stopt niet bij een bruggetje). Voor de overbruggingsdelen die zijn gerapporteerd is dit niet het geval. Dit wijst mogelijk op een fout in de BGT-registratie.

Overbruggingsdelen die niet aan minimaal één wegdeel op niveau 0 grenzen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten (bv planken over een sloot midden in een weiland).

Hoe kan het resultaat gecorrigeerd worden?

Het resultaat kan op twee manieren worden gecorrigeerd;

• Voeg een bovenliggend object (WGD, OWG, BTD, OTD of eventueel een OWT, WTD) toe.
• Lees de veelgestelde vraag over houten bruggen uit de objectencatalogus: Hoe baken ik houten fiets of voetbruggetjes af in de BGT

Hoe kan het resultaat worden voorkomen?

Registreer een bovenliggend object (WGD, OWG, BTD, OTD of eventueel een OWT, WTD) op een overbruggingsdeel.

Aangezien het een signaalindicator is, zijn er uitzonderingen te verwachten. Alhoewel deze overbruggingsdelen niet juist lijken, zijn er wellicht toch situaties denkbaar waarin dit wel juist is. Het moet daarom mogelijk zijn dat bronhouders uitzonderingen kunnen aangeven.